Plaatsnamen


We herkennen plaatsnamen als Groningen, Antwerpen of Utrecht onmiddellijk als woorden die tot de Nederlandse taal behoren. Desalniettemin is de oorspronkelijke betekenis van veel Nederlandse en Vlaamse plaatsnamen voor ons vaak niet duidelijk. Dat komt doordat ze zijn ontstaan in een tijd dat het Nederlands er heel anders uitzag. Plaatsnamen behoren tot de oudste overgeleverde woorden van onze taal.

Veel plaatsnamen in Nederland en Vlaanderen gaan, in min of meer gewijzigde vorm, al mee sinds de vroege middeleeuwen. Sommige zijn zelfs nog ouder. Van de vroegste fase uit de ontwikkelingsgeschiedenis van onze taal, het Oudnederlands (ca.700 tot 1200), weten we eigenlijk niet zo veel. Onze kennis van deze taal is gebaseerd op enkele bewaard gebleven fragmenten. Aardrijkskundige namen kunnen ook een belangrijke bron van informatie zijn, omdat ze taalelementen bevatten uit de vroegere fasen van het Nederlands.

Taalkundige fossielen

Plaatsnamen worden gevormd met de woordenschat, de klanken en de woordvormingsmechanismen die een taal op een gegeven moment bezit. Woorden die in de loop van de geschiedenis uit een taal verdwijnen, kunnen in toponiemen bewaard blijven omdat ze de verwijzende functie ervan niet in de weg staan. Zolang de sprekers van een taal maar weten welke stad, welk dorp of gehucht er wordt bedoeld, kan een plaatsnaam prima functioneren, ook als de oorspronkelijke betekenis al lang vergeten is.

Aardrijkskundige namen hebben dus, zoals alle eigennamen, een bijzondere eigenschap: ze kunnen als het ware ‘verstenen’, en daardoor oude taalsporen bewaren. Dat neemt niet weg dat ook plaatsnamen de veranderingsprocessen ondergaan die zich in een taal voordoen. Veel plaatsnamen zijn in de loop van de geschiedenis ingrijpend van vorm veranderd, waardoor ze er nu vaak heel anders uitzien dan toen ze ontstonden. Om de oorspronkelijke, etymologische betekenis te achterhalen, zullen we dus op zoek moeten gaan naar de oudste vermeldingen van een plaatsnaam. Aan de hand daarvan kan de oorspronkelijke vorm worden vastgesteld of gereconstrueerd. Vervolgens kunnen we proberen de naam te dateren en de oorspronkelijke betekenis te doorgronden. Een probleem daarbij is wel, dat we voor die oudste vermeldingen aangewezen zijn op middeleeuwse kopieën (van kopieën) van de oorspronkelijke documenten, en die afschriften zijn niet ouder dan de 11e eeuw. De betrouwbaarheid van de informatie is daardoor niet altijd even groot.

Toponymische elementen

De woorden of woorddelen waar plaatsnamen uit zijn opgebouwd, noemen we toponymische elementen. Sommige van deze elementen zijn kenmerkend voor een bepaalde periode en/of streek. De meeste plaatsnamen in Nederland die eindigen op -dam zijn bijvoorbeeld niet ouder dan de 13e eeuw. Plaatsnamen eindigend op --lo(o), of op --(h)em dan wel --um stammen vaak van voor het jaar 1000. Aan de hand van de vorm van plaatsnamen kunnen we verschillende typen onderscheiden die we globaal kunnen indelen naar ouderdom.

Heem-/heim- namen

Het dorp Farmsum (gemeente Delfzijl) heette in 1659 ook al Farmsum. In 1435 staat het dorp vermeld onder de naam Fermssem. Twee eeuwen eerder, in 1224, vinden we Fermesum en Fermeshem. In een bron uit het eind van de 11e eeuw lezen we Fertmereshem, en uit het begin van de 11e of zelfs eind 10e eeuw stamt de oudste overgeleverde vorm: Fretmarashem. Hierin kunnen we de Germaanse persoonsnaam Fretmar (‘vermaard door vrede’) herkennen en het element ‘-heem’ dat woonplaats of woning betekent. Farmsum betekende dus ooit ‘woonplaats van Fretmar’. Het woord ‘heem’, dat verwant is aan het Engelse home, komt vrij vaak voor in combinatie met een persoonsnaam.

Naast Farmsum zijn er in Nederland vele andere plaatsnamen die (oorspronkelijk) het element ‘-heem’ bevatten. Enkele voorbeelden:

Arnhem (12e eeuw: Arnheim)
Haarlem (11e eeuw: Haralem, 1200: Harlehem)
Doetinchem (11e eeuw: Ductinghem)
Gorinchem (1205: Gurinchem)
Leersum (11e eeuw: Hlarashem)
Renkum (1152: Ratincheim)
Bunnik (11e eeuw: Bunninchem)

Uit deze voorbeelden blijkt dat het element ‘-heem’ in sommige plaatsnamen minder herkenbaar bewaard is gebleven dan in andere. In een enkel geval is het zelfs helemaal verdwenen.

In deze sectie: